In het ontwerp zijn negen van de tien historische gevels behouden of herbouwd. Hierachter zijn op een opgetild maaiveld, dat als een gemeenschappelijke buitenruimte functioneert, de woningen gebouwd. Vanuit dit rolstoeltoegankelijke niveau worden alle woningen ontsloten. Onder dit maaiveld bevind zich een grote, nader te compartimenteren winkelruimte. Als een herinnering aan de vloeibare loop van het oorspronkelijke Achterom en met een referentie naar de zwierige Art Nouveau architectuur uit de omgeving, is er voor gekozen in het tiende pand de geschiedenis door te laten lopen. Dit pand heeft de bijnaam de ‘Baljurk’ gekregen. In 2005 kreeg het de stadsprijs van Den Haag.
De gevel van dit pand bestaat uit een ‘dubbele’ constructie: een glazen pui als bouwfysische huid en daar om heen is een voile van geweven staal gedrapeerd. Vanuit het interieur wordt het felle licht op deze zuidgevel gefilterd en vanuit het exterieur vertegenwoordigt deze gevel vooral het nieuwe elan voor deze omgeving.
Het metalen gaas vouwt zich soepel om de hoek van deze gevel in het oude centrum van Den Haag. De renovatie is onderdeel van een groter project waarbij ook aangrenzende negentiende eeuwse gevels zijn gerenoveerd. De bijnaam Baljurk is een verwijzing naar de vorm en de elegante verschijning. Het doorschijnende gaas vermindert de hoeveelheid direct zonlicht in het interieur. De glasvinnen maken de gevel zeer transparant, waardoor ook van binnenuit extra aandacht komt te liggen op het stalen gaas.
Zie ook
ArchDaily
Architectenweb
Architectureguide
Octatube
Prologue
Mimoa